Terug naar Methode
Bij veldinventarisaties worden eerst alle nesten langs wegen en paden genoteerd. Met GPS worden de exacte nestposities bepaald en er worden aantekeningen gemaakt voor de afmeting, activiteit, eventuele schade en bijzonderheden. Ook worden bijna altijd foto’s gemaakt.
Alle waarnemingen worden sinds 1992 bijgehouden in een lijst, waarin elk nest een uniek nest-ID krijgt. Door gegevens van verschillende jaren te vergelijken ontstaat een goed beeld van vooruitgang of achteruitgang van populaties.
Bij uitgebreide veldinventartsaties worden in overleg met de terreineigenaar alle andere nesten en de mierenpaden in kaart gebracht. Wanneer dit meerdere jaren achtereen wordt gedaanontstaat een gedetaileerd beeld van het functioneren van kolonies.