Grote foto: Bosmieren aan de bosrand op 15 mei 2017 op het Venlose Floriadeterrein
Bosmieren bouwen hun nest graag op een plek waar een deel van de dag zon op het nest valt. Bosranden zijn hiervoor ideaal, ook al liggen de nesten hier kwetsbaarder dan verder in het bos. Bosmiernesten liggen vaak op het zuiden, maar ze worden ook in andere richtingen gevonden. (zie diagram onder de foto).
Een groot voordeel van een zonnige bosrand is dat in het voorjaar, zodra de zon krachtig genoeg is, het zonnen vroeg kan beginnen. Zelfs als de temperatuur rond het vriespunt ligt kan een boomstam in de volle zon een oppervlaktetemperatuur van 25 graden Celcius bereiken. Fijn voor de mieren om op te gaan zitten. Dit maakt het mogelijk dat soms zonnende bosmieren te zien zijn op een nest dat nog deels met sneeuw bedekt is.
Een nadeel van nesten aan bosranden is dat er soms gemaaid wordt. Hoewel veel bosrandnesten van zich zelf al vlak zijn, een maaibeurt geeft toch verstoring. Ook wil een nest in een wegberm nog wel eens slachtoffer worden van baldadigheid of afvaldump.
Bij een verkenning van ruim duizend nesten via Google Earth werd genoteerd hoe de bosrand ten opzichte van de zon georiënteerd was.
Het grootste deel, 428 nesten, was op het zuiden gericht, 193 nesten op het zuid-westen en 103 op het zuidoosten.
Er werden ook nesten in alle andere richtingen gevonden, zelfs op het noorden.